Vertrouwd gebruik van studentgegevens?
Het didactisch inzetten van onderwijstechnologie om het leren te bevorderen en uitval te voorkomen, kun je haast niet meer los zien van het analytisch gebruik van gegenereerde data. Nu de keuze voor en van onderwijstechnologie blijkbaar in een oogwenk kunnen plaatsvinden, is het de vraag of technologie verantwoord maar bovenal duurzaam verrijkend wordt ingezet.
Wat docenten doen in de ‘beslotenheid’ van het klaslokaal blijft nog vaak onder de radar en de effecten worden door de docent zelf niet altijd geanalyseerd met het doel het onderwijs structureel te verbeteren.
Om het onderwijs te kunnen personaliseren moeten we de persoon achter het studentnummer leren kennen en begrijpen. Dat wil zeggen dat we optimaal gebruikmaken van de educatieve voetafdruk van studenten. Bij die voetafdruk gaat het om het leergedrag van studenten en is vaak sprake van persoonsgegevens.Niet voor iedere docent is dit een eenvoudige opgave. Het interpreteren van de educatieve voetafdruk van studenten is een compleet nieuw vraagstuk dat je als docent niet eenvoudig oplost door de hulp in te roepen van nog méér onderwijstechnologie. Het vraagt van de docent omdatageletterdheid. Bij datageletterdheid gaat het om verschillende, veelal complexe competenties:
• bepalen welke gegevens geschikt zijn voor de beoogde doelen;
• beoordelen van de kwaliteit van de gegevens;
• analyseren van de gegevens;
• interpreteren van de gegevens;
• vertalen van de conclusies naar verbeteracties.
Verantwoord gebruik van studentgegevens?
Uitleggen met welk doel je data verzamelt en gebruikt, is een belangrijk onderdeel van het verantwoord omgaan met de persoonsgegevens van studenten. Het zoeken naar allerlei onderwijskundig interessante verbanden zonder de uitkomsten van tevoren te kunnen specificeren, is echter lastig als je kijkt naar de voorschriften.
Kort gezegd mogen volgens de Algemene verordening persoonsgegevens (AVG) persoonsgegevens alleen geanalyseerd worden voor het expliciete doel waarvoor de school of de studenten toestemming hebben gegeven. Zie de privacyverklaring van je eigen school voor expliciete verwerkingsdoeleneinden.
Ook al lijkt technologie in het onderwijs soms een ‘snel bewegend doel’, het is net als bij ieder soort onderzoek van groot belang om je doel helder te formuleren. Een onvast doel is nog geen reden voor een schot hagel. Als het gaat om een technologie gedreven onderwijsexperiment met een onzekere uitkomst, is het vertrekken vanuit bijvoorbeeld een werkhypothese belangrijke voorwaarde (Vijfeijken, Neut, Uerz, & Kral, 2015).
Wat heb je als docent nodig?
Wanneer de inzet van technologie in de klas ook leidt tot de productie van grote hoeveelheden interessante data, kan digitale didactiek niet los gezien worden van datageletterdheid.
Sterker nog, datageletterdheid zou moeten worden toegevoegd als belangrijke pijler onder de digitale didactiek.
Wanneer je als docent technologie gericht wilt inzetten kun je het didactisch vraagstuk niet los zien van juridische en vooral ook ethische vraagstukken rond verzameling en ‑analyse van studentgegevens. Voor het vertrouwd en verantwoord omgaan met die vraagstukken zijn heldere kaders, datageletterdheid en een goede relatie met de functionaris gegevensbescherming nodig.
Meer informatie over de AVG en onderwijs vind je op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens. Vuistregels voor het omgaan met persoonsgegevens in een onderwijscontext kun je vinden bij Kennisnet.

“People make good choices in contexts in which they have experience, good information, and prompt feedback (Thaler & Sunstein, 2008).”
Literatuur
Thaler, R., & Sunstein, C. (2008). Nudge: Improving Desicions Abouth Health, Wealth and Happiness. https://doi.org/10.1007/s10602-008-9056-2
Vijfeijken, M. Van, Neut, I. Van Der, Uerz, D., & Kral, M. (2015). Samen leren innoveren met ICT. Tijdschrift Voor Lerarenopleiders, 36(4), 91–102.
