Van fysiek naar online onderwijs
Online onderwijs
"In maart 2020 veranderde de wereld van elke docent in Nederland. Lessen konden niet meer fysiek worden gegeven waardoor veel scholen overstapten naar online onderwijs."
In maart 2020 veranderde de wereld van elke docent in Nederland. Lessen konden niet meer fysiek worden gegeven waardoor veel scholen overstapten naar online lesgeven. Dit vereiste in het begin kennisdeling die vooral gericht was op knoppenvaardigheid. Hoe werkt het programma waarin je lesgeeft? Hoe kan je lessen aanmaken? Na enkele weken verschoof de focus naar de inhoud. Het werd namelijk al snel duidelijk dat online een les geven niet hetzelfde is als online lesgeven. Er ontstonden veel vragen over digitale didactiek. Hoe zorg je ervoor dat studenten betrokken zijn bij de les? Wat is de opbouw van een online les? Het Practoraat Mediawijsheid heeft alle zeilen bijgezet om de mbo-instellingen in Amsterdam daarin te ondersteunen. Er werden workshops gegevens, tutorials opgenomen en we hebben een aparte website ingericht.
Het nut en de noodzaak van de leergemeenschap werd hierdoor goed duidelijk gemaakt. Gelukkig konden wij vaststellen dat we al langer bezig waren met het onderwerp. De crisis heeft bijvoorbeeld ruimte geschept voor het in kaart brengen van het niveau van digitale geletterdheid onder docenten. Daarnaast kon het gesprek ontstaan over scholingsactiviteiten, want wanneer je weet wat het niveau van digitale geletterdheid is van de docenten binnen een mbo-instellingen wordt ook duidelijk waar nog scholing nodig is. Per betrokken mbo-instelling is er een competentieprofiel opgesteld rondom mediawijze vaardigheden. Bij het Mediacollege Amsterdam is na afstemming met verschillende partijen gekozen voor een vorm die vergelijkbaar is met een kwalificatiedossier.



Hierin worden werkprocessen geformuleerd die laten zien welk basisniveau van alle docenten wordt verwacht en hoe docenten naar eigen inzicht kunnen groeien. In gesprekken met hr is afgestemd dat de gestelde doelen worden vertaald naar scholingsactiviteiten. Dit is tevens ook het geval bij HMC. De scholingsbehoefte is op basis van de docentencompetenties in kaart gebracht. Vervolgens is hier een niveauverdeling in gemaakt en wordt er met de toepassing van maatwerk sterk ingespeeld op differentiatie tussen docenten. Bij ROC van Amsterdam en ROC Top zijn er gesprekken gevoerd over de toepassing van docentcompetenties. Buiten de activiteiten rondom het competentieprofiel is er landelijk gewerkt aan de verbinding tussen ict en onderwijs binnen het programma ‘Bruggen Bouwen’ van SaMBO-ict, Kennisnet en Surf. Veel scholen hebben dit programma inmiddels geïmplementeerd.
Het Practoraat Mediawijsheid vond het daarom noodzakelijk om terug te blikken en een advies uit te brengen over i-coaching. Voor het advies dat is opgesteld over i-coaching zijn er kwalitatieve interviews gehouden met docenten van alle betrokken instellingen. Hierdoor is de huidige situatie in kaart gebracht en kan het advies dat vervolgens is opgesteld inspelen op de problemen die werden benoemd in de interviews. Al deze activiteiten waren erop gericht om docenten te ondersteunen in bij het geven van online onderwijs. Deze hulp was soms gericht op technische kennisdeling en is uiteindelijk verdiept met kennis over digitale didactiek. Naast het ondersteunen van de docenten is er gekeken naar het borgen van de onderwijskwaliteit door het niveau van digitale geletterdheid bespreekbaar te maken en te sturen op scholingsactiviteiten.


